Wat moeten we met de stapeling aan nieuwsberichten over ‘de sector’ die ons afgelopen week overspoelde? Van ziekteverzuim onder zorgmedewerkers die te veel administratie moeten verrichten, de ethische kwestie rondom euthanasie of moord bij mensen met dementie, tot het mantra dat de cliënt voorop moet staan. Het NRC sluit de rij met een nieuw manifest verpakt in 10 geboden aangeleverd door Wanda de Kanter, Carin Gaemers en Hugo Borst.
Wat voegen deze geboden nu toe aan de jarenlange kritische toon afgevuurd op ‘Die Sector’? Acht van de tien geboden gaan namelijk over aandacht voor mensen. Daar kan niemand tegen zijn. Ik zit, na mijn sportochtend, ook met een kop koffie ‘ja, ja, ja’ te knikken terwijl ik de geboden tot mij neem. Totdat ik bij gebod negen en tien kom.
‘Zorgmedewerkers zijn er om bewoners te begeleiden en te verzorgen, niet om de administratie te doen.’ Ik ben juist blij met de registratie die er over de zorg van mijn moeder wordt vastgelegd en die ik kan meelezen. Dat helpt mij om op de complexiteit van de medische aspecten van haar zorgvraag beter te begrijpen. Betrokkenheid van naasten, in dit geval die van mijzelf, wordt op deze manier gefaciliteerd. Daarnaast is de verpleegkundige die morgen bij mijn moeder door de voordeur komt goed op de hoogte. Mijn moeder hoeft, net wakker geworden en slaperig, niet terug te halen wat er de vorige dag speelde. Dat sluit aan bij gebod één, samengevat als – ieder mens wordt gezien en krijgt zorg op maat-.
Het is geweldig dat in die administratie een, zorgvuldig, proces rondom medicatie ligt besloten. Daarmee kunnen we vertrouwen op gebod drie ‘Een bewoner kan rekenen op veiligheid. De verzorging, de verpleging en het geven van medicijnen gebeurt met de grootste nauwkeurigheid.’
Wellicht knik jij nu ook ‘ ja, ja, ja’ achter jouw kop koffie. Dat is logisch want de taaiheid van het vraagstuk in ‘die zorgsector’ vraagt om een dialoog, om de bereidheid uit je eigen gelijk te stappen, om jezelf te gunnen dat de oplossing niet voor de hand ligt.
Dat brengt mij op gebod tien; ‘Ook iedere bestuurder houdt zich bij alles wat wordt beslist aan voorgaande geboden en luistert altijd naar wat zorgmedewerkers nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen.’ Hij gaat er bij mij in als een mes door zachte boter. Totdat ik erover na denk. Bestuurders moeten van goeden huize komen om in het oog van de orkaan te blijven staan. We lazen deze week dat het verzuim boven de 6,2 procent ligt, de uitstroom van medewerkers boven de 17%. Daarvan blijft slechts een deel als zorgmedewerker aan het werk. De extra beschikbare gelden zijn een mooi pot met goud maar de voorwaarden die gesteld worden aan de inzet ervan vragen om zorgvuldigheid en wijsheid. Een langetermijn visie op huisvesting vraagt om lef en intensief samenwerken met externe partners. Wat mij betreft is het besturen van een zorgorganisatie, al dan niet in de ouderenzorg, een vak. Een ambacht en kunstvorm in elkaar verweven. De kwaliteit om met de medewerkers te komen tot nieuwe ideeën, het talent om vertrouwen uit te stralen en tegelijkertijd kritisch te zijn en fijnbesnaard aanvoelen waar aandacht nodig is. Er zijn bestuurders die zich niet laten leiden door een gebod maar door hun eigen morele kompas. Die vanuit hun signatuur bijdrage aan de ingewikkelde vraagstukken waar wij allemaal mee te maken hebben.
Ik plak een briefje onder het eerdere manifest en de tien geboden die Wanda de Kanter, Carin Gaemers en Hugo Borst vol energie met ons delen; ‘volg geen enkel gebod zonder eerst je eigen hart en je verstand te raadplegen.’
In mijn boek ‘Signatuur in de zorg’ – Leiderschap met positieve impact , lees je hoe bestuurders bijdragen aan een nieuwe werkelijkheid door de inzet van hun eigenheid.
Op vrijdagmiddag 1 november zal in combinatie met een symposium de lancering plaatsvinden.